door: Chantal Huinder, Marcel van Wijk en Anneke van den Aker

 

STOOF ﴾Stichting Opleiding en Ontwikkeling Flexbranche﴿ heeft gezamenlijk met de ABU, NBBU, Add app BV en Art. 1 de pilot “Diversiteit loont!” opgezet. In dit artikel leest u over het waarom, het hoe en het wat rondom deze pilot.

Diversiteit en anti‐discriminatie zijn actuele en belangrijke thema’s binnen de flexbranche. De branche organisaties ABU en NBBU brengen op verscheidene manieren de aandacht op dit onderwerp door middel van trainingen, webinars en onderzoeken. Ook menig flexorganisatie besteedt aandacht aan het onderwerp en leidt haar medewerkers op om niet te discrimineren. Ondanks dit alles blijven er negatieve berichten over discriminerende voorvallen binnen de uitzendbranche in de media verschijnen. Anti‐discriminatie moet dan ook blijvend worden geagendeerd en niet alleen op de agenda van de uitzendbranche, maar van elke branche.

STOOF, het opleidings‐ en ontwikkelfondsvoor de flexbranche, adviseert en ondersteunt flexorganisaties in Nederland op het gebied van scholing en ontwikkeling.Dit doet zij door het geven van advies en vergoedingen, het ontwikkelen en aanbieden van instrumenten, het doen van onderzoek en het opzetten van pilots en projecten. Met name gericht op de uitzendkrachten, maar ook op de deskundigheidsbevordering van vaste medewerkers.

 

“De traditionele trainingsdagen zouden dit keer geen passende leermethode zijn.”

 

Het was dan ook een logische stap om vanuit STOOF samen te werken met de ABU en NBBU om een nieuw initiatief te bedenken om anti‐discriminatie te agenderen. De ﴾juridische﴿ kennis over het onderwerp is bij de ABU ﴾Cindy Smeets﴿ en de NBBU ﴾Fariël Dilrosun﴿ in huis en STOOF weet als geen ander hoe zij initiatieven op het gebied van opleiding en ontwikkeling in de flexbranche kan neerzetten. Zo ontstond een brainstorm tussen de partijen over een pilot om anti‐discriminatie onder de aandacht te brengen bij intercedenten, en hen uiteraard ook kennis over dit onderwerp bij te brengen, op een vernieuwende manier.

Tijdens de eerste brainstorm tussen de partijen bleek dat het thema ‘discriminatie’ weliswaar heel actueel is, maar zeker niet als een hot item wordt ervaren. Er heerst over het algemeen toch het beeld van “ja maar… wij discrimineren niet en de kennis is ook al aanwezig”. De traditionele trainingsdagen zouden dit keer geen passende leermethode zijn. Daarnaast is er inderdaad al veel kennis in de branche aanwezig, maar zat die ook nog top‐of‐mind, en zou het met name juist ook niet om de bewustwording, het inzicht in de eigen vooroordelen, moeten gaan? Naast vernieuwing zochten we dus ook naar een leermethode die het onderwerp top‐off‐mind kon laten blijven, waardoor het geleerde ook onthouden zou worden en welke het mogelijk maakt om inzicht in de eigen vooroordelen te geven.

Aker Consultancy, specialist op het gebied van human resources binnen de flexbranche, en partner Add‐ app BV, specialist op het gebied van interactief leren hadden reeds eerder contact gelegd over de Continuous Learning App met STOOF. Tijdens de brainstorm bracht STOOF de app dan ook ter sprake en werden de overige partijen meteen enthousiast om deze app en leermethode toe te passen.

Kenniscentrum discriminatie Nederland Art. 1 ﴾Sigrun Scheve﴿ werd ook betrokken in dit project. Zij zijn gespecialiseerd in het thema discriminatie en diversiteit en hebben geschikte cases als input voor de vragen ﴾leerprikkels﴿ aangeleverd.

Op basis van de ingebrachte cases door Art. 1, welke allen gerelateerd aan de flexbranche waren, en andere relevante documenten en onderzoeken die de ABU en NBBU konden aanleveren, heeft Add‐app BV vragen ontwikkeld zodat ze onderwijskundig klopten. De ABU en de NBBU hebben deze vragen verder doorontwikkeld op juridisch gebied. Ofwel, op basis van de cases hebben zij de antwoorden en de vragen zo aangepast dat ze juridisch correct en voor de intercedenten begrijpelijk waren. Tevens was het zaak om een antwoord zodanig te formuleren dat het volledig genoeg was maar ook compact om er in de praktijk op te kunnen acteren. De deelnemers lezen immers de antwoorden op een telefoon.

 

Wat is de Continuous Learning App?

Add‐app BV heeft samen met de Universiteit Twente de Continuous Learning App ontwikkeld waarmee over een langere periode een continue leerprikkel kan worden gegeven. In deze app is een aantal gamification‐ elementen verwerkt zoals het behalen van punten, het ranken van deelnemers en het presteren onder tijdsdruk. Daarmee was het platform gevonden.

De Continuous Learning App is een mobiel leerplatform dat vooral wordt ingezet bij doelgroepen waar permanente educatie belangrijk is zoals de farmaceutische industrie, de veiligheidssector en de financiële sector. Aangezien er voor de pilot vanuit werd gegaan dat er niet bewust wordt gediscrimineerd, leek het mooi om juist permanente educatie een rol te laten spelen.

In deze mobiele leeromgeving is de adaptieve leermethode ﴾het Leitner‐principe﴿ geïntegreerd waarbij men leert door periodieke herhaling en datgene wat men al weet niet meer aangeboden wordt.

Recent onderzoek van de Universiteit Utrecht heeft aangetoond dat een dergelijke leermethode tot 40% tijdwinst en 10% hogere eindresultaat leidt. Dit levert bedrijven en organisaties dus een kostenbesparing in zowel geld als tijd op.

Verder heeft onderzoek van de wetenschapper Ebbinghaus ﴾zie Vergeetcurve van Ebbinghaus﴿ inzichtelijk gemaakt dat kennis en kunde snel wegzakt ﴾na 1 maand blijkt nog ongeveer 20% van de opgedane kennis actief aanwezig als ze niet onderhouden wordt﴿ en dat door periodieke herhaling de kennis en kunde op niveau blijft.

In de onderstaande grafieken is dat weergegeven. Daarnaast heeft Ebbinghaus ontdekt dat door regelmatige herhaling opgedane kennis minimaal op niveau blijft. Wij hebben daar aan toegevoegd dat als je niet alleen maar kennisvragen stelt, maar ook inzichtsvragen en ‘doevragen’ dat kennis/kunde/gedrag juist toeneemt. Dus dat er zelfs een stijgende lijn ontstaat.

 

De vergeetcurve van Ebbinghaus

 

Als je dus wilt werken aan permanente awareness of duurzame gedragsverandering, moet je regelmatig prikkelen en met zgn. ‘skinny interventions’ ﴾d.i. korte leerprikkels die een gebruiker tot nadenken, reflecteren aanzetten﴿. Het effect van deze skinny interventions ﴾bron: Stanford University, 2011﴿ is onderzocht door Yeager en Walton. Een van hun conclusies uit hun rapport ‘Social‐Psychological Interventions in Education: They’re Not Magic’ luidt:’Recente experimenten hebben aangetoond dat ogenschijnlijk ‘kleine’ social‐ psychologische interventies (d.i. korte oefeningen die gericht zijn op de gedachten, gevoelens en overtuigingen in en over school) tijdens de opleiding kunnen leiden tot grote verbeteringen in de studieprestatie van de student en kunnen eventueel kennisverlies sterk reduceren, zelfs maanden of jaren later.’

Door deze wetenschappelijke inzichten te koppelen aan gamification‐elementen zoals punten en tijdsdruk wordt leren leuk èn blijft het behandelde thema top‐of‐mind… en dat is nou exact wat we wilden bereiken in de Diversiteit Loont Challenge.

 

De vergeetcurve van Ebbinghaus

 

Verloop van het project

Op 11 maart 2014 was er een kickoff‐event georganiseerd waar 10 flexorganisaties aanwezig waren met zo’n 50 deelnemers. In een korte presentatie kregen de deelnemers uitgelegd wat er van ze verwacht werd tijdens de “Diversiteit Loont!” challenge. Plenair werd de app geïnstalleerden werden de eerste leerprikkels beantwoord. Een gezamenlijke kick‐off zorgt voor een betere commitment tijdens de pilot. Daarnaast konden er een aantal oefeningen met betrekking tot bewustwording en vooroordelen plaatsvinden.

 

Hoe ziet de “Diversiteit Loont!” App er uit?

In de onderstaande screenshots wordt de app getoond. Deze is gestyled naar de huisstijl van STOOF.

 

Screenshot 1: overzicht

 

Hoe verloopt de “Diversiteit Loont!” Challenge?

De Challenge loopt heel goed. Alle deelnemers, die zijn gestart, zijn actief met de app aan de slag en beantwoorden wekelijks 2 tot 3 vragen. Deze vragen hebben betrekking op verschillende thema’s namelijk ‘kennis’, ‘gelijke behandelingscases’, ‘inzicht in eigen vooroordelen’ en ‘actualiteit’. De meeste leerprikkels kunnen door het individu zelf worden beantwoord. Voor sommige opdrachten ﴾die dan ook meteen meer punten opleveren﴿ moet een deelnemer zijn collega’s betrekken en bijvoorbeeld om feedback vragen of een case bespreken in het teamoverleg. Deze prikkels zijn juist bedoeld om ook de interne discussie over dit thema in de organisatie aan te wakkeren.

 

Screenshot 2: meerkeuzevraag

 

Binnen elk thema is een aantal leerprikkels ﴾waar nodig ondersteunt door multimedia﴿ aangemaakt waar de spelers punten voor kunnen behalen als ze de leerprikkel goed beantwoorden. Na elke leerprikkel krijgen de deelnemers feedback met nadere informatie over de betreffende situatie en een verwijzing naar een externe bron met meer informatie of handvatten.

Daarnaast zijn er ook prikkels waar de deelnemers een open antwoord op moeten geven. Deze worden apart geanalyseerd door STOOF en van feedback voorzien. De deelnemer kan zelf ook terug reageren als zij dat wil vanuit de app. Zo ontstaat er ook een informeel leercontact.

 

Screenshot 3: uitleg

 

Via social media wordt meerdere malen tijdens de pilot periode de tussenstand in de ranking gedeeld met alle deelnemers. Dit is ook een extra motivator om nog wat harder je best te doen en om de vragen en opdrachten zo goed mogelijk uit te voeren.

Half juli is de “Diversiteit Loont!” Challenge afgerond en zal de prijsuitreiking plaatsvinden waarbij de winnaar een iPad krijgt van STOOF.

Daarna zal met de deelnemers en met STOOF worden geëvalueerd, waarbij gekeken wordt naar de ervaring en het verhoogde kennisniveau. Op basis van deze evaluatie wordt gekeken of er een grotere uitrol plaats zal vinden.

 

Een andere toepassing in de W&S‐branche?

Het Continuous Learning Platform leent zich voor meer thema’s dan sec diversiteit en discriminatie. Het leent zich überhaupt om op een laagdrempelige en speelse manier te leren, kennis te verhogen en gedrag te beïnvloeden.

Vandaar dat Aker Consultancy samen met Add‐app de FLEX‐app heeft ontwikkeld, waarbij hetzelfde platform gebruikt wordt, maar nu wordt de database niet gevuld met het thema discriminatie, maar gevuld met vakinhoudelijk content zoals wet‐ en regelgeving voor intercedenten, verhogen van klantwaarde, identiteitsfraude et cetera. Thema’s die relevant zijn voor de vakbekwaamheid van intercedenten in de W&S‐ branche. Door vakinhoudelijke HR‐specialisten worden kwaliteitschecks gedaan op de content en wordt er waar nodig feedback gegeven aan de gebruikers in reactie op hun antwoorden.

In deze toepassing is er een samenwerking opgezet met een in de flexbranche gespecialiseerd opleidingsbureau en een aantal vakinhoudelijke specialisten op het gebied van wet‐ en regelgeving, verzuim, identiteitsfraude en het verhogen van klantwaarde. Gezamenlijk is er content ontwikkeld en deze kan modulair worden afgenomen door een uitzendorganisatie om zijn intercedenten op deze vlakken op niveau te houden en waar nodig bij te sturen.

Een andere toepassing is dat het Continuous Learning Platform ingezet wordt om flexwerkers continu en op een speelse manier bezig te laten zijn met hun eigen kwalificaties. Kwalificaties die nodig zijn om gematched te worden op vacatures en flexopdrachten. Nu zijn veel van die kwalificaties voor intercedenten alleen inzichtelijk via een CV, maar een flexkracht leert elke dag en ontwikkeld zijn kwaliteiten elke dag. Door hem te prikkelen middels opdrachten en deze output te verzamelen in een centrale database ontstaat er een interactief e‐portfolio, een digitaal paspoort dat met de flexkracht meegroeit en op een speelse manier gevuld wordt.

Dit is niet alleen van belang voor flexkrachten, maar ook voor opdrachtgevers en klanten. Op deze manier weet je zeker dat de flexkracht die je in zet up to date is of dat je weet waar je als uitlener nog in moet investeren.

Voor flexorganisaties is het van belang, omdat zij hiermee kunnen aantonen over kwalitatief hoogstaande krachten te beschikken ﴾t.o.v. hun concurrenten﴿ en dat zorgt voor een beter imago in de markt.

 

Dit artikel verscheen in Homo Ludens Magazine #4, Juli 2014